Personages

De hoofdpersoon is Jerolimo Rodrigo. Hij is een Spaansche Brabander. Hij komt namelijk uit Antwerpen (Brabant) dat op dat moment (in de 16de eeuw) in Spaanse handen ligt. Hij is gevlucht uit Antwerpen voor zijn schuldeisers en hij woont nu in Amsterdam. Hij probeert zich voor te doen als een rijke man maar in werkelijkheid is hij heel arm. Jerolimo is een oppervlakkig persoon. Hij vindt zijn uiterlijk heel belangrijk (namelijk er rijk uitzien) zelfs belangrijker dan of hij wel voldoende eten heeft. Toch denken mensen (is zoals de huiseigenaar, de goudsmid enz.) dat hij wel rijk is door zijn kleren, zijn taalgebruik en hij arrogant. In de loop van het verhaal beginnen de mensen hem steeds minder te mogen omdat hij zijn schulden niet betaald.

Een ander belangrijk persoon is Robbeknol. Hij was een bedelaar maar hij had behoefte aan geld en is in dienst genomen door Jerolimo. Als hij bij Jerolimo in dienst is komt hij erachter dat hij helemaal niet zo rijk is en hij krijgt amper eten. Robbeknol is wel sympathiek en slim. Als hij hoort dat hij niet meer mag bedelen verzint hij gewoon een andere manier om aan geld te komen. Ook is hij heel sympathiek tegenover Jerolimo. Hij krijgt geen eten van hem of geld voor de klusjes die hij doet maar hij blijft toch bij hem wonen. Ook verraadt hij Jerolimo zelfs niet als de schuldeisers komen.

De verhouding tussen Robbeknol en Jerolimo is niet zo heel goed. Robbeknol en Jerolimo laten best vaak hun ergernis over elkaar blijken bijvoorbeeld dat Jerolimo zich ergert aan het feit dat Robbeknol niet bidt voor het eten.

Toch is Robbeknol wel sociaal tegenover Jerolimo want wanneer hij erachter is gekomen dat Jerolimo eigenlijk ook heel arm is, deelt hij zijn eten met hem. Robbeknol heeft namelijk ook wel medelijden met Jerolimo. Ook blijft Robbeknol wel bij Jerolimo werken ondanks dat hij weet dat Jerolimo ook geen geld heeft. Ook helpt hij Jerolimo als de schuldeisers geld komen halen.

Er zijn ook nog wat andere personages die een kleine rol in dit verhaal hebben. Ze komen vaak maar heel even en kort voor (zoals de notaris).