Het verhaal gaat over Jerolimo Rodrigo. Hij is naar Amsterdam gevlucht omdat hij in Antwerpen (zijn oude woonplaats) achterna werd gezeten door schuldeisers die hem niet met rust lieten. Hij heeft in Antwerpen veel plezier met meisjes gehad. In Amsterdam voelt Jerolimo zich niet helemaal thuis omdat hij zichzelf verheven voelt boven de Amsterdammers qua manieren, taal en beschaving. Als knecht neemt hij Robbeknol in dienst, een zwerver. Robbeknol komt er al snel achter dat hij bij Jerolimo honger en dorst zal lijden en hij blijft daarom ook bedelen op straat. Jerolimo gaat de stad in en doft zich helemaal op om er rijk uit te zien terwijl hij eigenlijk geen geld heeft. Tijdens zijn wandeling komt hij twee hoeren/snollen tegen, Trijn Jans en Bleecke An. Zij komen er al snel achter dat hij eigenlijk heel arm is en Jerolimo vlucht snel weg, Robbeknol ziet dit. Hierna gaat Robbeknol weer bedelen en heeft van zijn geld eten gekocht. Als hij thuis komt is Jerolimo er ook en omdat hij weet dat Jerolimo nog niet heeft gegeten (ookal zegt hij van wel) en hij deelt zijn eten met hem.

Als Robbeknol de dag erna wakker wordt vindt hij Jerolimo’s kleding en een lege portemonnee en zijn zijn vermoedens bevestigt dat Jerolimo niet veel geld heeft. Als hij de stad ingaat hoort hij dat de bedelarij wordt afgeschaft en hij bedenkt een nieuwe manier om aan geld te komen. Hij gaat voorlezen voor spinsters waarvoor zij hem geld geven. Jerolimo komt blij thuis omdat hij aan wat geld is weten te komen en hij stuurt Robbeknol naar de markt. Onderweg ziet Robbeknol een lijkstoet naderen en hij hoort een vrouw zeggen dat de overledene naar het huis moet worden gebracht waar er nog eten en drinken in huis is. Robbeknol schrikt hier heel erg van omdat hij denkt dat het over het huis van Jerolimo gaat en vlucht snel weer naar huis. Als hij thuis komt vertelt hij het aan Jerolimo maar Jerolimo lacht hem uit en kalmeert hem daarna.  

Byateris, de uitdraagster, vertelt dat ze als koppelaar behoorlijk veel geld verdient. Robbeknol komt thuis met heel veel eten en ze beginnen gelijk te eten. Robbeknol verbaasd zich dat Jerolimo, ondanks dat hij arm is, zich nog groot probeert te houden met zijn tafelmanieren.

Gierige Geeraart (de huisbaas) en Byateris houden een gesprek over onder andere geld. Ze hebben beide nog geld te goed van Jerolimo en samen gaan ze naar zijn huis. Robbeknol wilt ze niet binnen laten maar uiteindelijk lukt het Jerolimo om ze af te schepen met een mooi praatje. Als ze weg zijn vertrekt Jerolimo ook.

Jerolimo vlucht naar de Vianen. Als gierige Geeraart weer zijn geld komt halen komt hij erachter dat Jerolimo gevlucht is en hij haalt allemaal mensen erbij die nog geld van Jerolimo tegoed hebben (zoals de schout). Zij halen er ook een notaris bij maar er is niks meer in het huis te vinden behalve een bed die de notaris meeneemt. De schuldeisers krijgen niks. De schout wilt eerst Robbeknol nog gevangen nemen maar na veel smeken wordt hij vrijgelaten.